Doe mij maar een kromme wortel en een stukje knuffelkoe
Gepubliceerd: 2 juni 2019
Blader: Home
Lees meer:


Ik ben opgegroeid in de stad.. Niet echt de “stad, stad”. Ik woonde in een buitenwijk, maar met de stad wel op een kwartiertje fietsafstand. En een leuke kinderboerderij in de buurt. Maar echte boerennatuur had je daar niet. Dus toen ik in de Hoeksche Waard kwam wonen, stond ik versteld van alles wat er verbouwd werd op het land…

Zo romantisch die boer van mij.

Peter vroeg mij verkering, terwijl we uitkeken over een land vol met witte bloemetjes. Ik attendeerde hem nog op de romantische plek die hij had uitgekozen. Bleken we dus naar een aardappelveld te kijken…

Ik heb me ook weken lang suf zitten bedenken wat er toch groeide op het veld waar ik altijd even stil stond voor het verkeerslicht. Ik dacht zeker te weten dat het groene kool was… Het bleek een veld vol spruiten te zijn.

Voor mijn kinderen wilde ik dat anders doen.

Ik ben altijd wel gek geweest op puur natuur. Okay, ik ben niet zo iemand die suiker vreest en mijn was doet met wasnoten. Maar ik ben wel zo iemand die haar vlees bij de boer haalt. Geweldig vind ik het om de koe die ik de volgende week op mijn bord heb deze week nog in de wei te zien lopen.

Beetje gek, dat ben ik.

Mijn vriendinnen verklaren mij voor gek, als ik vertel dat ik kippen wil houden. En dan niet alleen voor de eieren, maar ook voor het vlees. Ik ben van plan elk voorjaar nieuwe kippen te kopen, deze lekker te laten scharrelen in mijn tuin en dan in het najaar een variant van ‘ Flappie’ na te doen.

Geen plofkip meer.

Ik doe dit overigens niet uit budget-redenen. Een eigen kip houden voor het vlees is niet goedkoper dan een plofkip uit de supermarkt en ook niet goedkoper dan een bio-kip van de poelier. Maar ik weet zo wel zeker dat ik niet per ongeluk de plofkip met een bio-stempel op mijn bord heb liggen. Recent was dat weer in het nieuws en daar schrik ik dan best van. Want ik kan in de winkel wel denken dat ik goed bezig ben, maar het kan dus zomaar dat ik dik genept word.

Toen ik mijn tante laatst vroeg of zij nog een schapenvachtje wilde van een bevriende boerin die haar schapen naar de slacht had moeten doen, zei ze.. Nee hoor, dat vind ik vies. Ik koop ze wel bij de IKEA…

En snel daarna zei ze: “Dat is eigenlijk best gek. Maar toch voelt een IKEA schapenvacht schoner dan een schapenvacht van een boerin. Maar ja, de IKEA vellen zijn dan ook spierwit. En die van de boerin niet..” Voor mij betekent dat niet puur natuur.

Niet willen weten waar je product vandaan komt is toch hypocriet?

Dat vind ik dan hè. Ik snap heus wel dat je niet hoeft te zien hoe een dier geslacht wordt. Simpelweg omdat je daar dan bij het opeten van je vlees aan kan denken. Maar het niet willen weten waar je vlees vandaan komt snap ik niet. Ik weet dat de schapen bij mijn boerenvriendin een heel goed leven hebben gehad. Net als de knuffelkoe waar ik nu nog een stuk van in mijn vriezer heb liggen.

Ik weet dat deze dieren geen standaard antibiotica in hun voer hebben gekregen, dat ze meer dan voldoende ruimte hebben gehad in een stressloze omgeving. Tsja dat de slacht er uiteindelijk op volgt om mij van mijn portie vlees te voorzien is iets wat ik accepteer.

Ik eet vlees, niet heel veel. En ook enkel verantwoord vlees. Voor mij een bewuste keuze. Net als het voor vegetariërs een bewuste keuze is om geen vlees te eten. En voor mij betekent bewust vlees eten dus ook dat ik weet waar mijn vlees vandaan komt. Dat ik echt even kan meekijken in de stal en dus met eigen ogen kan zien dat het oké is.

Mijn kinderen neem ik mee in ons avontuur.

Of ik ze ook mee de slachtschuur in neem denk ik niet. Daar zal ik mee wachten tot ze oud genoeg zijn om daar zelf een keuze in te kunnen maken. Tot nu toe genieten ze van de uitjes naar de boer. En in de Hoeksche Waard heb je gelukkig heel veel plekken waar dat kan.

Maar we eten niet alleen vlees hoor.

Sterker nog, we eten denk ik maar 3 dagen per week vlees. Daarnaast 1 keer vis en de rest vega. En net als met het vlees wil ik ook weten wat er met mijn groente gebeurt. Want ik schuw die spuitarmen achter een tractor met gif. Om er maar voor te zorgen dat ik een rechte wortel op mijn bord heb of een ronde kroot. Van mij hoeft dat dus echt niet. Een kromme wortel smaakt nog altijd naar wortel. Maar ja, de boer moet zijn boterham ook verdienen en helaas leeft het idee nog dat dat enkel kan met perfecte producten. Terwijl perfect voor mij iets anders betekent. Maar ik wil heel Nederland niet veranderen.. Mijn eigen leefpatroon aanpassen is voor mij al een uitdaging genoeg.

Dus hebben we een Moestuin.

Bij ons thuis neem ik de kinderen mee de moestuin in. Want sinds dit jaar heb ik weer ruim 3 vierkante meter moestuin tot mijn beschikking. Job vindt het allemaal al mooi. Die vraagt steeds of de tomaten al klaar zijn. Tom daarentegen plukt graag de net opkomende plantjes uit de tuin. Misschien wil hij meehelpen onkruid wieden… Dat zal dan lief zijn, maar echt behulpzaam is hij zo niet.

Ik zie het al helemaal voor me, deze zomer… Wanneer de vraag komt, wat eten we vandaag?? Dat ik dan kan zeggen, kom maar wat uitzoeken in de tuin. Een hamburger op de bbq van de knuffelkoe. Terwijl onze bijenvrienden om ons hoofd zoemen en hopelijk hebben we tegen die tijd ook onze eerste kippen rondlopen.

Dan voel ik mij een echte boerin, zo blij.

*De foto is gemaakt bij Weiderund Marienhof

0 reacties

Een reactie versturen

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *